Fietsen rond het Comomeer (2) – Passo san Marco

Haarspeldbochten op de Passo San Marco

We zijn op vakantie in Italië en verblijven een aantal dagen aan het Comomeer. Na een avontuur met de Madonna van Ghisallo en de Colma di Sormano op de eerste fietsdag staat de volgende uitdaging alweer te wachten: de Passo San Marco. Op papier zou dit vooral een hele lange klim moeten zijn (bijna 27km), maar geen hele steile. Het hoogte profiel op ‘ClimbByBike’ laat geen rode kilometers zien en een gemiddeld stijgingspercentage van 6,5% is goed te doen.

Het belooft opnieuw een warme dag te worden. Dat wordt al duidelijk tijdens een korte wandeling naar de bakker voor een ontbijtje. We gaan dan ook niet te laat weg. De eerste uitdaging is het bereiken van de voet van de klim, zo’n 30 kilometer verderop in het plaatsje Morbegno. We hebben wel een route uitgezet, maar de grote vraag is of deze over verharde wegen loopt.

Hoe kom je per fiets in Morbegno?

De eerste kilometers tot Colico verlopen voorspoedig. We rijden over een redelijk goede asfaltweg en het is nog vrij rustig. In Colico komt daar abrupt verandering in. Het is er een drukte van belang. Net als in veel Italiaanse dorpjes lijkt iedereen alles met de auto te willen doen. Wij nemen wat achteraf straatjes tot we aan de rand van het meer staan en het fietspad spontaan overgaat in een grindpad.

Daar fietsen we niet graag op en dus wijken we van onze route af. We dwalen door het drukke stadje, komen bij wegen waar je misschien wel mag, maar niet wilt fietsen. Even denken we dat we Morbegno niet gaan bereiken met de fiets, tot we ineens op het verharde deel van het Valtelina fietspad zijn. Hier kan je heerlijk fietsen en zonder verdere moeilijkheden bereiken we Morbegno aan de voet van de Passo San Marco. We slingeren door het dorpje en dan beginnen we te klimmen.

De klim

Uitzicht op de Passo San MarcoDe eerste kilometers fietsen Pim en ik samen op de San Marco. Het stijgt rond de 6 a 7% en door de haarspeldbochten zien we Morbegno snel onder ons verdwijnen. De klim loopt hier grotendeels door het bos, zodat we enige schaduw hebben. Toch stoppen we zodra we een waterkraantje zien om de bidons bij te vullen.

Het is vrij rustig op de klim tot we na 8 kilometer het dorpje Arzo bereiken. De weg wordt smaller en steiler en overal langs de weg staan auto’s geparkeerd. Pim gaat nu op zijn eigen tempo verder, want voor mij gaan de haarspeldbochten niet zo soepel als ik gehoopt had… Gelukkig is er afleiding tijdens het klimmen. De mp3-speler zorgt voor fietsmuziek en helpt mee om een goed ritme te houden. Ook zijn er naast de schitterende omgeving soms bijzondere taferelen, zoals een voetbalveld dat op de rand van een afgrond gebouwd is. Je zal maar over het hek heen schieten…

Dan zie ik Pim ineens op een vangrail zitten om rustig wat te eten in de schaduw. Een goed idee, dus ik stop ook voor een reepje. We hebben nu tweederde van de klim gehad, met daarin enkele zware kilometers. Nog 8 a 9 kilometer tot de top met zo’n 600 hoogtemeters, dat moet goed te doen zijn toch?

Vals plat

We gaan weer verder, maar het wordt nu ineens wel heel erg makkelijk. Het stijgt nog maar 2 a 3%, amper nog een klim te noemen, en er volgt zelfs een korte afdaling. Ondertussen passeren we een loslopende ezel, die op zijn gemak rondwandelt op weg. We hebben al veel loslopende dieren gezien, maar nog geen ezel. Die voegen we toe aan de collectie.

Deze kilometers gaan eigenlijk veel te gemakkelijk. De top komt dichterbij en we moeten nog flink wat omhoog. Als we in een soort open vlakte komen, zien we ook hoe: op de bergwand voor ons zien we een weggetje steil omhoog lopen. Moeten we daar echt helemaal heen?

Hoewel schijn vaak bedriegt in de bergen, is deze weg zo steil als hij eruit ziet. Het is warm, beschutting van bomen hebben we hier niet meer, want er zijn hier enkel weiden en het klimmen gaat moeizaam. Hoewel het landschap echt schitterend mooi is, is het lastig om daar nu van te genieten, dat komt straks wel als we boven zijn.

Eindelijk boven op de Passo San Marco…

Op de top van de Passo San MarcoNadat ik voor de laatste keer een bochtje om fiets, komt de top van de Passo San Marco eindelijk in zicht. Pim staat al te wachten tussen de vele motorrijders die ook graag over deze wegen rijden. We eten een panini en maken wat foto’s. Het is een hele mooie klim, maar wel een stuk zwaarder dan we verwacht hadden. Of moeten we gewoon nog even wennen aan het eindeloze klimmen? We zullen het zien tijdens de tochten die nog komen gaan.

Intussen begint de lucht dicht te trekken. Het blijft toch wel droog? We beginnen aan de afdaling, maar stoppen in de afdaling nog even bij het ijs dat nog in de kanten van de weg ligt. Ik blijf het bijzonder vinden om naar het ijs te fietsen en moet toch even een foto maken. Daarna kunnen we dan toch echt aan de afdaling van de Passo San Marco beginnen: kilometers lang dalen over een rustige weg met veel mooie bochten. De beste beloning voor een toch wel zware klim.

Vanaf Morbegno aan de voet moeten we nog wel terug naar ons huisje. We volgen het Valtelina fietspad zo lang mogelijk en gelukkig hoeven we nu niet zo te zoeken om een geschikte weg voor fietsers te vinden. Het enige ‘obstakel’ op de terugweg is de flinke wind die we nu tegen hebben. Het weer is nu onstuimig, maar het blijft gelukkig droog. We klagen niet en kijken ‘s avond moe maar tevreden terug op een mooie tocht.

Na twee dagen fietsen houden we eerst een rustdag, zodat we op de laatste dag aan het Comomeer uitgerust zijn voor een rondje door het achterland van Dervio.

IJs op de top van de Passo San Marco

Gerelateerde artikelen

Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door .

Reacties

Plaats een reactie