Climbing for Life – Il Pirata

uitzicht vanaf bormio 2000

Ergens in het voorjaar van 2018 is het idee ontstaan om mee te doen met Climbing for Life. Het evenement kent twee edities, een Italiaanse variant in juni en later in het jaar de Franse variant in Vogezen. Vooral de tocht in Italië, Il Pirata, sprak ons erg aan. In één dag over de Mortirolo, de Gavia en de Stelvio, dat zou een echte uitdaging zijn.

Zoveel hoogtemeters hebben we nog nooit in één tocht geklommen, dus kunnen we dat wel? Iedere afzonderlijk berg moet wel lukken, de meesten hebben we tenslotte al eens beklommen, maar alledrie achter elkaar? Dat komt neer op 4500 hoogtemeters. Na een aantal maanden goed trainen in Nederland besluiten we dat we het aandurven en we plannen een vakantie naar Italië.

We verblijven eerst een aantal dagen aan het Comomeer, waar je ook heel goed kan fietsen en we alvast een beetje kunnen wennen aan het eindeloze klimmen. Vol goede moed reizen we daarna door naar Bormio, waar het Stelvio Village de thuisbasis van het Climbing for Life evenement vormt.

De toertocht is op de zaterdag, maar ook de dagen ervoor is er genoeg te beleven in Bormio. We gebruiken de donderdag om twee bergen te beklimmen die nog op ons verlanglijstje stonden: Bormio 2000 en Forte di Oga. We zijn namelijk al eens eerder in Bormio geweest, maar zijn toen niet aan deze bergen toegekomen.

Bormio 2000

skistation bormio 2000Bormio 2000 is een skistation en de klim er naar toe begint in Bormio zelf. We zullen dus zonder opwarming moeten beginnen. We fietsen het dorp uit, een tunnel onderdoor en vanaf dat moment is het 10 kilometer klimmen. Het stijgt vrij regelmatig, hoewel de eerste helft net iets steiler is dan de tweede helft. Wat vooral opvalt is het extreem slechte wegdek. Het asfalt zit vol met gaten en scheuren, er lijkt geen normaal stukje weg te zijn. Gelukkig is er weinig verkeer op de klim en kunnen we er tussendoor slingeren. Er zijn wel veel fietsers op de berg, de andere deelnemers aan Climbing for Life. We zijn duidelijk niet de enige die Bormio 2000 als opwarmer gekozen hebben.

Forte di Oga

forte di ogaDe tweede klim loopt naar Forte di Oga. Het informatiebord aan de voet laat ons weten dat we 7 kilometer moeten klimmen met een gemiddelde van 7,6%. Dat moet te doen zijn. De klim blijkt heel onregelmatig, met ook hier slecht asfalt op sommige stukken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we hier met wegwerkzaamheden te maken krijgen. Dat is geen overbodige luxe, maar wel jammer als je tijdens de klim ineens voor een rood stoplicht staat.

De eerste kilometers tot het dorpje Oga zijn goed te doen, maar wat daarna volgt zijn 2,5 steile kilometers tot de top.

Eenmaal boven vragen we ons af: waar is nu het fort van Oga? De asfaltweg houdt op, maar te voet kan je wel verder. En daar is dan inderdaad het fort en een heel mooi uitzicht.

uitzicht dalen vanaf forte die oga

Vrijdag rustdag

Hoewel er op de vrijdag ook een georganiseerde Climbing for Life fietstocht is, besluiten wij die over te slaan. Het betreft namelijk een rondje over één van de zware kanten van de Mortirolo en we weten nog van vorig jaar hoeveel energie dat kost. Het lijkt ons geen goede voorbereiding voor Il Pirata en dus houden we een rustdag. We leggen alle spullen klaar voor morgen, kijken naar Portugal – Spanje op het WK voetbal en gaan dan lekker slapen.

Il Pirata

climbing for life - il-pirataDe wekker gaat om 5.45, het is zover. We eten de broodjes die we de avond ervoor klaar gemaakt hebben, pakken onze spullen en gaan op pad. Een kwartier te vroeg staan we in het startvak, waar ook de rest van de 700 deelnemers geleidelijk aansluit. Om 7 uur stipt gaan we van start. In Bormio zelf wordt het verkeer geregeld, zodat we met de hele groep gelijk goed op weg zijn. Best bijzonder om in zo’n grote groep te fietsen, meestal zijn we maar met z’n tweeën.

De eerste 24 kilometer tot Grosio zijn eenvoudig. We dalen vals plat en zien zelfs een gemiddelde boven de 30 km/hr. Dat zal de rest van de dag alleen maar zakken… De groep fietsers blijft verrassend goed bij elkaar, zou iedereen proberen zijn energie te sparen?

Mortirolo

mortiroloIn Grosio komt er abrupt verandering in de snelheid. Hier begint de Mortirolo en aan de voet wordt gestopt om de jasjes uit te trekken. Omdat we vroeg begonnen zijn was het nog koud, maar tijdens het klimmen kunnen ze uit.
De Mortirolo vanuit Grosio is een van de makkelijkere kanten, maar zoals het infoboekje in ons appartement al schreef: ‘it’s not entirely a breeze’. We moeten namelijk ruim 1000 meter klimmen in 14 kilometer. Gemiddeld goed te doen, maar de klim is bijzonder onregelmatig.

Sommige stukken is het nauwelijks meer dan vals plat om even later weer tot boven de 10% te stijgen. Toch mist deze zijde gelukkig de lange stroken met extreme stijgingspercentages die de traditionele kant uit Mazzo wel heeft. Daarnaast fietsen we nu met een grote groep fietsers op de berg, en er is altijd wel een groepje om bij aan te sluiten. Van tijd tot tijd hebben we een goed uitzicht op het dal, maar het is lastig om hier echt van te genieten. Uiteindelijk is ook deze ‘makkelijke kant’ van de Mortirolo best zwaar en het is pas de eerste klim…

Op 3 km van de top komt de klim samen met de kant uit Mazzo. Toen we hier vorig jaar waren was dit het punt waarop de klim makkelijker wordt. Nu merk ik daar weinig van. De bochten worden nu wel genummerd, dus het is aftellen tot de top.

Iets over de top ligt de eerste bevoorrading. Tijd voor wat zoete repen, bidons bijvullen en het verzamelen van extra repen voor onderweg. Het is verleidelijk om hier te blijven hangen nu de zon lekker begint te schijnen, maar het zal een lange dag worden. We gaan dus verder.

Afdalen naar Monno

Wat volgt is eerst een heerlijke afdaling naar Monno. Ik denk dat het één van de fijnste afdalingen van de vakantie is. Het asfalt is goed, er is weinig verkeer en er zijn hele mooie bochten. We moeten nog wel even wat andere fietsers inhalen die wat langzamer dalen, maar dan is de weg voor ons. Voor we het weten staan we beneden in Monno.

We slaan linksaf om via een doorgaande weg naar Ponte di Legno te fietsen. Vooraf was dit éen van de stukken waar ik het meest tegenop zag. Zo’n saaie weg waar het verkeer wat harder rijdt en waar het vals plat (en soms een beetje meer) stijgt. En dat 20 kilometer lang.

Waar is de bevoorrading?

De eerste trappen voelen m’n benen nog zwaar aan van de eerste klim, maar gelukkig gaat het na een aantal kilometer wat beter. Het is erg warm en we kijken uit naar de volgende bevoorrading. Deze zou na 67 kilometer in Ponte di Legno zijn, aan de voet van de Passo Gavia. Alleen waar is de bevoorrading nu? Na 69 km zijn we Ponte di Legno al bijna door en we hebben nog steeds geen eten gehad. We merken dat er meer fietsers zijn die vertwijfeld om zich heen kijken en treffen een vriendelijke motard van de Climbing for Life organisatie die we nog vaak tegen zullen gaan komen.

Hij weet ook niet precies waar we eten zullen krijgen, maar verzekert ons dat er voor de Gavia een zal zijn. Voor de zekerheid krijgen we toch een beetje van zijn water, zodat we in ieder geval nog even vooruit kunnen.

Niet veel later is daar dan toch de bevoorrading, maar zijn we nu niet allang begonnen aan de klim naar de Passo Gavia?

Passo Gavia

Ik begin met klimmen terwijl Pim nog wat langer bij de bevoorrading blijft. Zo hopen we ongeveer tegelijk boven te zijn. Volgens het boekje zou de klim tot Sant’Apolonia eenvoudig moeten zijn om na het dorpje nog 11 kilometer met gemiddeld 9% te stijgen. En inderdaad, Sant’Apolonia is eenvoudig te bereiken, maar zodra ik het dorp uit fiets wordt het heel steil. Ik fiets in een bos terwijl de weg meer dan 10% stijgt. De bomen bieden wel enige beschutting voor de zon, maar het blijft zwaar. Daarnaast is de klim vrij onregelmatig en dat maakt het lastig om in een goed ritme te komen.

Gaandeweg wordt de weg smaller en het bos dunner. Van tijd tot tijd zijn er fantastische uitzichten op de bergen met ijs aan de andere kant van de vallei. Verkeer is er nauwelijks op de weg die inmiddels versmalt is tot een eenbaansweg. Enkel motoren en fietsers wagen zich op deze berg. Ik ben ook blij dat we hier omhoog fietsen, want zo hoeven we niet te dicht langs de steile afgrond die zich aan de linkerkant bevindt. Er is niets eens een vangrail…

Op 3 kilometer van de top bevindt zich de Gavia tunnel. Aardedonker, zo’n 400 meter lang, en steil. Voor onze tocht hadden we online al een en ander over deze beruchte tunnel gelezen en samengevat kan je deze het beste als naargeestig beschrijven. We waren dan ook opgelucht toen we erachter kwamen dat de tunnel voor deze gelegenheid sfeervol verlicht was met gekleurde lampjes. Zo kan ik in ieder geval zien waar de weg loopt.

Na de tunnel stop ik voor een korte pauze en een reepje. Pim fietst nu ook voorbij, de klim vergaat hem goed. Ook ik ga weer verder voor de laatste 3 kilometer. Het is afzien, maar de vriendelijke motard moedigt me aan, de muziek van m’n mp3-speler helpt bij het ritme en het uitzicht op het zwarte meer is meer dan de moeite waard. Zo komt de top van de Gavia langzaam maar zeker dichterbij.

Dalen naar Bormio

Op de top is het niet eens koud, ondanks de hoogte van ruim 2600 meter. Het zonnetjes schijnt en we eten op ons gemak wat reepjes. We hebben zelfs tijd voor wat foto’s, want we zijn goed op schema. Toch kunnen we niet te lang blijven hangen, want er wacht nog een grote col.

We beginnen aan de lange afdaling naar Bormio, waar de asfaltkwaliteit varieert van gloednieuw tot ronduit slecht. Als ik wordt ingehaald door wielrenners die bekend lijken te zijn met de afdaling, ga ik er achteraan. Het is opnieuw een mooie snelle afdaling, maar als ik in een ruime bocht achterom kijk is Pim nergens meer te bekennen.

Zijn fiets blijkt rare geluiden te maken die alleen maar erger worden. We stoppen een paar keer om te kijken wat er aan de hand is, maar er loopt niets aan en het geluid lijkt zich alleen op hoge snelheid voor te doen. Zo is dalen helemaal niet zo leuk en we vragen ons ook af of we de laatste berg, de Stelvio, wel kunnen doen. We besluiten door te fietsen en gewoon extra voorzichtig te doen, ook als dit wat extra vertraging met zich meebrengt.

Passo dello Stelvio

Haarspeldbochten Passo dello Stelvio We beginnen dan ook vol goede moed aan de laatste klim, de Stelvio. Drie jaar geleden hebben we deze zijde al eens beklommen en in mijn herinnering was het vooral een lange klim, geen zware omdat de hoge stijgingspercentages ontbreken. Maar nu is het anders, we hebben al 3000 meter geklommen, de benen zijn moe en bovendien is het heel warm.

De Stelvio is gelukkig in stukken te hakken, zodat het wat makkelijker wordt om de ruim 20 kilometer te overbruggen. In het eerste deel fiets je Bormio uit over een vrij brede weg met steile stukken, enkele haarspeldbochten en vrijwel geen beschutting voor zon.
Daar komt verandering in in het tweede deel waar je door een reeks galeria’s fietst. Het is er een beetje donker, maar vooral heerlijk koel. Aan het eind van de laatste galeria volgt het steilste stuk van de Stelvio: een stuk van 14%.
Daarna volgt deel 3: een bergwand vol met haarspeldbochten die je al van verre ziet liggen. Gelukkig ziet het er steiler uit dan het echt is. Het vierde deel is het makkelijkst, want nu volgt een relatief vlak stuk tot de Umbrailpas. Je kunt hier de grens met Zwitserland oversteken, maar wij gaan natuurlijk naar de Stelvio.

De laatste loodjes

Vanaf de Umbrailpas is het nog 3 zware kilometers tot de top: het stijgt hier gemiddeld 9 – 10%. Deze laatste kilometers gaan bijzonder moeizaam, maar zo dicht bij de top is omkeren natuurlijk geen optie. Bovendien wordt ik aangemoedigd door de fietsers die alweer onderweg naar beneden zijn en als een medewerker van de Climbing for Life organisatie aan de kant van de weg roept dat dit de laatste bocht is, ben ik toch bijna boven. De omroeper bij de finish komt in zicht en Pim staat naast hem. En dan is daar de top. Dat waren dan 4500 hoogtemeters. Zoveel hebben we nog nooit op 1 dag geklommen, maar het is gelukt!

Pim haalt cola en een heerlijk broodje met worst, volgens de verkoper de ‘highest sausage of Europe’. Na alle zoete repen een welkome afwisseling, het smaakt bijzonder goed. Ook nu blijven we niet te lang hangen op de top. We hebben nog een lange afdaling met een lawaaiige fiets te gaan en doen het daarom rustig aan. Zonder problemen fietsen we Bormio in, terug naar ons huisje. ‘s Avonds eten we een pizza in het centrum en gaan we nog even kijken bij het Climbing for Life feest in het Stelvio village. Laat maken we het niet, want we zijn moe van de lange dag, maar ook vooral heel blij dat de tocht zo goed verlopen is. We kunnen de volgende dag heel tevreden terug naar Nederland rijden.

Gerelateerde artikelen

Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door .

Reacties

Plaats een reactie