Klimmen rond Imst, Oostenrijk
29 augustus 2019Voor het tweede deel van de zomervakantie hebben we een camping in het Oostenrijkse Imst geboekt. Het is ons eerste fietsavontuur in Oostenrijk. Hoewel we in allerlei fietsboeken en gidsen al vaker gelezen hebben dat je er fantastisch kunt fietsen, hebben we het tot nu toe niet aangedurft. De hoogteprofielen van de bergen zijn er vaak dieprood en we twijfelden of we dat wel zo leuk zouden vinden.
Toch waren we ook toe aan een nieuw, onbekend gebied. We hebben onze twijfels opzij gezet en Imst gekozen als standplaats voor een weekje fietsen. De reis naar Imst is niet zo lang omdat we vanuit Schönau (Duitsland) vertrekken waar we al een week gefietst hebben. Op de camping worden we welkom geheten door een hele vriendelijke beheerder die ons alles vertelt over de sportieve mogelijkheden in de omgeving en de beste schnitzels van de stad.
Op zoek naar de Kuhtai Sattel
De volgende dag staan we op tijd op om de Kühtai Sattel te beklimmen. Echter, hoe komen we daar? De Inntal radweg leidt ons tot we op een gravelpad uitkomen en om moeten keren. Gelukkig hebben we een Garmin bij ons waar we de route opgezet hebben. Garmin leidt ons richting Arzl, maar eerst moeten we een flinke klim van ruim 150 hoogtemeters over. En dat terwijl we nog maar net begonnen zijn. Bovendien is de weg erg druk en fietsen we daar niet zo prettig…
In Arzl kunnen we van de drukke weg af, maar dan volgt ook meteen een steile afdaling die direct weer opgevolgd wordt door een pittige klim. Lange stroken van boven de 10% en dan zijn we nog niet eens in de buurt van de Kuhtai… We twijfelen of deze route wel een goede keuze is als kennismaking met de Oostenrijkse wegen en bergen. In Wald nemen we dan ook even de tijd om te beraadslagen. Vanaf het kruispunt waar we staan kan je namelijk ook naar het Pitztal fietsen. Hier stijgt het gematigder en dat lijkt ons een beter plan voor fietsdag 1.
Later zal blijken dat we ons verkeken hebben op de schaal van de kaart en niet op het punt staan dat we verwacht hadden. We staan aan de voet van een pittige klim naar Leinz en Jerzens. We fietsen naar boven, maar erg makkelijk is dat niet. Een gemiddelde helling van ruim 8% over 6 kilometer is gewoon zwaar. In dit gebied blijkt dat eerder regel dan uitzondering te zijn.
Het Pitztal
De klim richting Jerzens is erg bebost, maar af en toe kan je tussen de bomen doorkijken en zie je de vallei, het Pitztal, aan de rechterkant liggen. Daar loopt een weg doorheen die er veel gemakkelijker uit ziet. Wij moeten eerst deze klim nog over. Als we bij een bushalte komen, zijn we ineens op de top en er volgt een steile afdaling naar het dorpje Jerzens en tenslotte de doorgaande weg door het Pitztal.
We hadden verwacht dat dit een heel rustige weg zou zijn, omdat de weg doodloopt. Vooral de eerste kilometers valt dat een beetje tegen. Er zijn veel dorpjes en de mensen lijken alles met de auto te doen. Ook voor (wandel)toeristen is het Pitztal een hele mooie plek. De klim zelf is inderdaad niet zo moeilijk. De hoge stijgingspercentages die we gezien hebben voordat we het Pitztal bereikte, zien we hier niet terug.
Grote delen van de klim kunnen we dan ook samen fietsen, dat is natuurlijk gezellig. Bovendien is het landschap hier echt schitterend. Nu het fietsen wat makkelijker gaat, kunnen we daar ook van genieten. Het is wel een lange klim, vanaf het punt waar wij in het Pitztal kwamen is het nog 24 kilometer tot het einde van het dal.
Seilbahn
In de buurt van het eindpunt zien we ineens een Seilbahn met gondels. We zien alleen het stuk dat je tot zo’n 2300 meter brengt, maar schijnbaar kan je nog ruim 1000 meter hoger tot het hoogste café van Tirol op 3440 meter. Wat een drankje daar wel niet zal kosten…
Wij naderen nu Mittelberg, het dorpje aan het einde van het dal waar de asfaltweg ophoudt. De klim geeft er in de laatste hectometers nog even een snok aan en dan zijn we boven. Wat een wandel-walhalla is het hier. De beek die hier zijn oorsprong vindt, maakt een machtig lawaai. Zou die ‘s winters ook zo stromen of is dan alles bevroren?
We nemen de tijd om foto’s te maken en een broodje te eten en beginnen dan aan de terugweg. Warme kleding is vandaag op deze hoogte (1700 meter) niet nodig. In de afdaling merken we pas hoe hard het eigenlijk waait. Een flinke tegenwind zorgt ervoor dat we niet zo snel dalen als we gewend zijn. Ook de vlakkere stukken die in de klim nog fijn waren, zorgen er nu voor dat het allemaal niet zo opschiet. Bij de afslag naar Jerzens fietsen we nu gewoon rechtdoor, wel zo makkelijk.
Terug op de camping kijken we toch wel tevreden terug op onze kennismaking met de Oostenrijkse bergen. De campingbeheerder vertelt ons hoe je wel bij de Kühtai komt. Die klim bewaren we voor later in de week.
Het Kaunertal
Op de tweede dag kiezen we een ander dal, het Kaunertal. De klim er doorheen heeft een lengte van 40 kilometer en je moet bijna 1800 meter klimmen om bij de gletscher op 2750 meter te komen.
We rijden eerst met de auto naar Prutz, het dorp aan de voet van het dal, omdat het anders wel erg ver zal worden. Het vinden van een parkeerplaats in Prutz is nog wel een uitdaging. Er is plek genoeg, maar je mag nergens lang staan en wij verwachten een flinke tijd weg te zijn. Uiteindelijk vinden we uitham aan de rand van het dorp en kunnen we beginnen aan de Kaunertaler Gletscherstrasse.
Het eerste deel van de klim is het makkelijkst en lijkt wat landschap betreft op het Pitztal. Hoge rotswanden aan beide kanten, hier en daar een waterval en verder een heel lieflijk landschap. We passeren verschillende dorpjes, maar zo toeristisch als in het Pitztal is het hier niet.
Dan komen we bij de tolpoort waar wij als fietsers gratis doorheen mogen. We zien hier een groep fietsers die met de auto afgezet wordt en hier pas aan de klim begint. Dat kan natuurlijk ook… Het is nu nog 7 kilometer tot de Gepatsch Stausee, het stuwmeer. De eerste 3 – 4 kilometer zijn goed te doen, maar dan wordt het zwaar. Via enkele haarspeldbochten fiets je langs de wanden van het stuwmeer omhoog.
Grappig genoeg rijden hier best veel andere fietsers. Later zal blijken dat het een Nederlandse groepsreis is die 3 dagen gaat fietsen en gisteren de Stelvio vanuit Prato beklommen heeft. Ze hebben een busje bij zich als begeleiding en ook zij pauzeren bij het stuwmeer. We krijgen wat water van ze om onze bidons bij te vullen, heel vriendelijk.
Het stuwmeer is een mooie pauzeplek vanwege het schitterende uitzicht over het meer en het is verleidelijk om hier te blijven hangen. Het zwaarste deel van de klim moet echter nog komen, dus gaan we verder. De kilometers langs het meer zijn nog even vlak en erg mooi. We proberen ervan te genieten, maar het einde komt veel te snel in zicht.
Naar de gletscher
We beginnen aan de laatste 12 kilometer waar we nog 900 meter moeten stijgen. Inmiddels zitten we bijna op 2000 meter hoogte dus dat zal niet gemakkelijk worden. Het stijgt steeds 10 – 12% en dan, vooral het eerste stuk, vlakt het weer af. Zo lijken de gemiddelde stijgingspercentages wel mee te vallen, maar ondertussen is het lastig om in een ritme te komen. Gelukkig zijn de haarspeldbochten genummerd voor enige houvast. Tegelijk maken ze ook duidelijk dat de top nog lang niet binnen bereik is.
Er fietsen veel meer mensen op deze berg, maar het lijkt niemand gemakkelijk af te gaan. Bij bocht 19 mag ik even pauzeren van mezelf. Ik eet nog maar een reep en ga dan weer verder. Het uitzicht is fantastisch. In sommige bochten zie je het stuwmeer liggen dat langzaam steeds kleiner wordt. Ik neem me voor om minstens tot bocht 9 te fietsen voordat ik weer pauzeer, maar de bochten zitten zo dicht op elkaar dat ik pas bij 7 weer stop. Ik ben niet de enige. Er stoppen meer mensen en er komt zelfs iemand aangelopen die er zijn fietsschoenen uittrekt. Ik ga verder en haal wat nog langzamere fietsers in.
Bij bocht 5 is de Weissee en ik laat me verleiden om opnieuw te stoppen, dit keer voor een foto. Het is zo’n mooi, intens blauw meertje midden in het inmiddels kaal geworden landschap… De laatste bochten zijn onverminderd steil en de hoogte maakt het moeilijk. Daarnaast is het zelfs op ruim 2500 meter warm en waait het vrij hard. Op de stukken met meewind is dat natuurlijk fijn, maar met tegenwind… Dan zie ik Pim op de uitkijk staan. Hij is al boven en klapt als ik aankom, net als de mensen naast hem. Ik heb nog nooit applaus gehad voor het bereiken van de top van een berg :-). Hij blijkt het ook heel zwaar gehad te hebben…
Oponthoud in afdaling
Op de top is een groot restaurant en er zijn souvenirwinkels waar je zelfs in de zomer een volledige ski outfit kan kopen. Wij houden enkel een uitgebreide pauze en maken foto’s van de gletsjer, die er van dichtbij toch wel erg vies uitziet. Dan beginnen we aan de afdaling. Het is tenslotte nog 40 km terug naar Prutz.
Na enkele kilometers moeten we wat vaart minderen omdat er een aantal koeien op de weg lopen. We kijken er niet erg van op, dat gebeurt vaker in de bergen. Even verderop blijkt echter een hele kudde koeien de weg te blokkeren. Auto’s kunnen er helemaal niet door en wij kunnen er voorzichtig tussendoor slingeren voordat we de afdaling kunnen vervolgen. We dalen verder tot het stuwmeer, fietsen op ons gemak de vlakke kilometers langs het meer, dan het mooie, snelle stuk naar de tolpoort en uiteindelijk naar de auto in Prutz.
Het was een zware, maar schitterende dag en we zitten net rustig bij de tent na te genieten als de lucht helemaal dichttrekt. Het begint te regenen, onweren en heel hard te waaien. Zo hard dat de tent er door platgedrukt wordt (we hadden de scheerlijnen niet vastgezet). Gelukkig hadden we dit weer niet tijdens onze fietstocht…
Wandelen en rusten
Naast fietsen blijkt Oostenrijk ook heel geschikt om te hiken. De volgende dag staat dan ook de hike door de Rosengartenschlucht op het programma. We zijn niet zo heel bekend met hiken en laten ons dus verrassen. Het blijkt een heel bijzondere ervaring te zijn. Vanaf het centrum van Imst is het 3 kilometer klimmen en klauteren door een kloof. Een uitdagende wandeling met kletterend water, spannende klimmen, grotten en tunnels en een fantastisch uitzicht. Een uur later zijn we boven in Hoch Imst.
Hier gaan we met 2 bergbahnen naar de Alpjochbahn op 2100 meter. Er is hier een uitzichtpunt, maar helaas is het niet zo helder. We vervolgen de hike met de Drischlsteig: een smal pad langs een diepe afgrond waar gelukkig een staalkabel bevestigt is voor houvast. Het pad slingert naar de Mutterskopfhutte, een alm op 1900 meter. We pauzeren hier niet, omdat de lucht weer dicht begint te trekken. Na de alm wordt het pad makkelijker te volgen en via de Wolly’s en Tolly’s boerderij (die wel een beetje tegenviel) lopen we terug naar het Mittelstation van de bergbahn. Hier nemen we de Alpine coaster naar beneden, een waar spektakel. In een soort achtbaan karretje rij je langs de berghelling naar beneden. We zijn zo beneden en lopen nog het laatste stuk terug naar Imst waar we in een biergarten genieten van een drankje. Dat hebben we wel verdiend na dit avontuur van 4,5 uur.
De volgende dag merk ik dat ik hiken toch niet zo gewend ben, want ik heb flinke spierpijn. Bovendien is het een druilerige dag, dus ideaal voor een rustdag.
Toch nog de Kühtai Sattel
Op de laatste dag doen we opnieuw een poging om de Kühtai Sattel te beklimmen. De campingbeheerder heeft ons uitgelegd hoe we bij de voet komen. We weten nu waar het vorige keer misging en nemen nu de goede afslag. Opnieuw komen we erachter dat de fietspaden in Oostenrijk in niets lijken op Hollandse fietspaden. Ze bevatten vaak korte, hele steile klimmetjes en hebben regelmatig grind als ondergrond. Niet echt ideaal voor een racefiets. Als alternatief kan je langs de gewone wegen fietsen. Dat mag bijna overal, maar deze wegen zijn zo druk dat we daar niet prettig fietsen.
Het kost ons dan ook behoorlijk wat moeite om de voet van de Kühtai te bereiken. We willen de Kühtai wel graag fietsen en uiteindelijk staan we toch aan de voet in Oetz. We kunnen beginnen aan de 17 kilometer durende klim. Het klimmen gaat eigenlijk verrassend goed. De spierpijn van de hike is nog niet weg, maar daar heb ik met fietsen geen last van.
Het is heerlijk weer geworden, de zon schijnt en met een muziekje erbij is het prettig klimmen. In Oetzgerau is een kraantje om de bidons bij te vullen en ik fiets op mijn gemak door naar Ochsengarten. Dit dorp ligt halverwege de klim en Pim wacht daar op mij. We eten een snackje en gaan weer verder. De tweede helft is zwaar door één hele zware kilometer waar je door een galeria fietst en het gemiddeld zo’n 13% stijgt. Er lijkt geen eind aan te komen, maar als het dan toch ineens voorbij is, is de rest van de klim heel goed te doen.
Het is echt een supermooie klim en ik ben blij dat we toch volgehouden hebben bij het bereiken van de voet. Langs het stuwmeer fiets ik door het dorp Kühtai en naar de top die iets verder ligt. Het laatste stuk is nog even steil en dan is daar de top. Ook hier zijn veel stoeltjesliften, hotels en souvenir winkeltjes, vooral voor wintersport.
Door de vertraging bij het bereiken van de voet is het inmiddels al laat in de middag. Na een broodje fietsen we dan ook snel terug naar beneden. Nu hebben we gelukkig minder moeite met het vinden van een prettige route naar de camping. We sluiten deze dag (en onze vakantie) af met zo’n heerlijke schnitzel uit het beste schnitzelrestaurant van Imst.
Een laatste wandeling
Op de dag van vertrek kunnen we het niet laten om in de ochtend nog een wandeling te maken. Dit keer lopen we door de Hachleschlucht. Ook dit is een mooie wandeling, al is deze kloof niet zo spectaculair als de Rosengartenschlucht. We genieten er wel van en daarna is het echt tijd om de tent in te pakken en naar huis te gaan. Wat is Oostenrijk toch een mooi land, hier gaan we zeker terugkomen!
Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door Leonie Derendorp.
Reacties
Plaats een reactie