3 weken fietsvakantie in de Vogezen

Uitzicht in de Vogezen

Na de eerste echte beklimmingen in het Zwarte Woud in 2009, strijken we voor deze vakantie neer in de Franse Vogezen. De streek is redelijk bereikbaar vanuit Nederland, waardoor de reisdag niet een hele lange dag in de auto wordt. De eerste week verblijven we op een camping in het dorpje Wihr-au-Val, dat op een steenworp afstand ligt van de stad Colmar, in het meest Oostelijke deel van de Vogezen.

Col de la Schlucht en Collet du Linge

Op de eerste dag rijden we naar Munster om vandaar de Oostelijke zijde van de Col de la Schlucht aan te vangen. Een lange klim met zijn 17 km, zeker voor dit gebied. Maar met een hoogteverschil van ruim 700 m en een gemiddeld stijgingspercentage van zo’n 4% goed te doen. Toch is het door de lengte een zware klim: er komt geen einde aan. De D417 slingert door het bos en al met al is het een prachtige klim. Boven is er de mogelijkheid om bij te komen bij een van de terrasjes.

We slaan rechts af en blijven nu op de Route des Crêtes rijden, een hoge weg zoals je in het Zwarte Woud de ‘Schwarzwald Hochstrasse’ hebt. Deze weg is aangelegd in de eerste Wereldoorlog om sneller militaire troepen te kunnen verplaatsen. Plotseling moeten we echter stoppen. Een brandweerman staat flink te gebaren en we moeten dus even wachten. Lang duurt het niet alvorens een helikopter in beeld komt. Waarschijnlijk moet er iemand opgehaald worden… We kunnen weer verder en rijden naar de Collet du Linge. We beginnen pas halverwege aan deze klim en daardoor valt hij heel erg mee. Langs de klim zien we overal nog overblijfselen van de eerste wereldoorlog. Met name de loopgraven zijn goed bewaard gebleven.

Uiteindelijk fietsen we via de D11 en de dorpjes Trois Epis en Turckheim terug naar de camping. Een rondje van zo’n 75 km met 1270 hoogtemeters.

Col du Firstplan

Top Col du Firstplan

Het eerste rondje is blijkbaar zwaarder geweest dan gedacht, want op de tweede dag hebben we erg zware benen. We rijden de Col du Firstplan op, aangeduid als een Ardennenhelling in onze fietsgids van Alex Polfliet, maar met 6 km aan 6% hakt het er behoorlijk in. De eerste kilometer gaat echter nog erg makkelijk, als we net Wihr-au-Val uitrijden, maar daarna volgen twee zware kilometers alvorens het weer wat gemakkelijker wordt. Op de top hebben we het eigenlijk al wel gehad. We korten onze geplande route dan ook flink in en maken er daarna verder een makkelijke dag van. Met zo’n 40 km en 700 hoogtemeters is dit even genoeg.

Rondom Colmar

Vakwerkhuizen van Colmar

Er is deze dagen ook geregeld slecht weer in de Vogezen, ze zijn niet voor niks zo mooi groen! Maar goed, een vlak rondje, dat is waar we aan toe zijn en we rijden een mooi stukje rond Colmar. Later in de week gaan we hier nog met de auto naar toe: een prachtig stadje met mooie vakwerkhuizen en gezellige straatjes!

We komen vandaag tot een rondje van 70 km met 300 hoogtemeters. Als het goed is zijn we hiermee wel weer bijgekomen om weer echte bergen te gaan beklimmen.

Le Petit Ballon

Het is weer droog, maar de luchten zijn nog dreigend. Toch willen we weer graag fietsen na een dag gedwongen rust en het vlakke rondje. Onze eerste echte ballon staat op de planning. De kleine ballon weliswaar, maar die naam is bedrieglijk zoals we zullen zien.

De Petit Ballon, de Noordzijde vanuit Luttenbach is voornamelijk in de eerste 5 km erg pittig. De stijgingspercentages variëren tussen 7% en 10% en het slechte wegdek maakt het nog lastiger. We rijden tussen de bomen en natuurlijk begint het dan ook nog te regenen. Gelukkig nog zachtjes en het zorgt ervoor dat je het tijdens het klimmen niet zo warm krijgt. Maar goed, we rijden liever in droog weer natuurlijk.

Na zo’n 5 km is er even een stukje vlakkere weg, waarna de klim weer in alle hevigheid losbarst en de laatste 3 km aan gemiddeld 8,5% verlopen. Gelukkig zien we dan al de typische afgevlakte bovenkant liggen, waar de top moet zijn. Wat is dat toch een prachtig gezicht!

Eigenlijk zouden we vandaag een echte koninginnenrit rijden met ook nog de Platzerwasel erbij, maar het weer laat het niet toe. Na de top van de Petit Balllon besluiten we dan ook maar af te dalen en terug te rijden naar de camping: het is gewoon te slecht weer.

We komen vandaag tot 45 km met 900 hoogtemeters.

De Platzerwasel en de Hohneck

De dag erna is het eindelijk eens mooi weer en moet hij eraan geloven: de Platzerwasel. Om bij de voet te komen hebben we al zo’n 250 hoogtemeters in de benen dus die zijn wel warmgedraaid. Toch is het behoorlijk afzien op deze klim: het is de zwaarste van deze eerste week. Continu stijgt het wegdek met zo’n 9% en slechts af en toe zwakt dat wat af en is er even respijt. 

De laatste twee kilometers naar de Route des Crêtes zijn eenvoudig en hier rusten we dan ook even uit. We zien de Petit Ballon weer liggen. Nu in de zon en het is dus tijd voor wat mooie plaatjes.

Over de Route des Crêtes vervolgen we onze weg naar de Hohneck, met zijn 1330 m de op één na hoogste top in de Vogezen en druk bezocht. Vanaf de Route des Crêtes is het maar een klein stukje, maar met 11% is het zwaar. Boven hebben we uitzicht over de weide omgeving. We zien de ons omringende cols, de meren en zelfs de Alpen in het Zuid-Oosten.

Uitzicht vanaf Hohneck

Na het genieten van het uitzicht ligt er nog een heerlijk stukje fietsen op ons te wachten. We toeren rustig over de Route des Crêtes naar de top van de Schlucht en zoeven heerlijk naar beneden. Wat is afdalen toch fijn na een flinke klim bedwongen te hebben.

Rustdag en verplaatsing

De dag erna rusten we uit van de tochten van de dagen ervoor. Zoals gezegd bezoeken we Colmar en de dag erna pakken we de spullen in en rijden we naar La Bresse, zo’n 25 kilometer naar het westen en gelegen vlak ten zuiden van Gérardmer.

Col d’Oderen, Col du Bramont en Col de la Vierge

Col du Bramont

Onze camping bevindt zich buiten het dorpje La Bresse, vlakbij een avonturenpark. Steeds als we in de komende dagen terugrijden naar de camping zien we groepen kinderen halsbrekende toeren uithalen aan touwen op hoogte.

De eerste tocht begint met dalen tot het dorpje Cornimont. Hier pakken we de D43 en beginnen we aan de Col d’Oderen. Hoewel deze klim ruim 9 km lang is, is de eerste helft eigenlijk niet meer dan vals plat en dat loopt dan ook lekker. Het tweede deel is echter lastiger met stijgingspercentages van 5-6%, maar echt moeilijk wordt het niet. We dalen af tot het stuwmeer van Wildenstein waar we even stoppen voor een paar foto’s, het is hier echt prachtig. 

We eten ook gauw wat en gaan dan beginnen aan de 12 haarspeldbochten van de Zuidelijke beklimming van de Col du Bramont. Langs het meer van Wildenstein zijn de eerste kilometers min of meer vlak en gaat het allemaal zeer gemakkelijk. Dan volgen de laatste 7 km met weer zo’n 5% tot 6% met hier en daar een uitschieter. De haarspeldbochten maken de klim in te delen in stukjes en voor je het weet is de top op 956 m bereikt. Eenmaal boven is er nog een toetje, de zogenaamde Col de la Vierge bereik je door hier over een smal bospaadje nog zo’n 120 meter hoger te klimmen. De afdaling terug richting La Bresse vinden we lastig, maar uiteindelijk is het een ontspannen rondje geweest met 55 km en 1000 hoogtemeters.

Col du Brabant

Col du Brabant

De dag erna hebben we grootse plannen, maar komen we niet zo ver helaas. De Col du Brabant, een korte maar heel steile beklimming, wordt nog wel gedaan, maar daar loopt het al niet zo lekker. Misschien was de ‘saucisson sec’ niet meer goed? We rijden nog een stukje verder maar besluiten dan om te keren en vandaag wat anders te doen.

Grand Ventron, Col du Page en Col de Morbieux

Grand Ventron

De dag erna proberen we het nog eens… De Col du Brabant laten we echter liggen en dus fietsen we nogmaals naar Cornimont. Daar begint de beklimming van de Grand Ventron. Veelal verscholen in het bos is het wegdek niet echt best, maar rijden we wel beschut voor de zon. Het wordt een warme dag. De lange klim van zo’n 9 km is een mooie opwarmer voor wat komen gaat, de eerste 600 hoogtemeters zijn een feit.

De Col du Page is een heel korte klim in de buurt van de Col d’Oderen van eerder deze week. Wel steil, met 8% gemiddeld over een kleine twee kilometer. Boven aangekomen staan we eigenlijk midden in het bos en er is niet veel te beleven. Het bordje gaat snel op de foto en dan maken we dat we hier wegkomen: te veel vliegen en daar houden we niet van!

We dalen af naar Bussang maar moeten in die afdaling nog vol in de remmen omdat er ineens een geit de weg opspringt. Ternauwernood wordt een botsing voorkomen. Met de schrik vrijgekomen dalen we heel rustig verder. Dan volgt een ‘voie verte’ een oude spoorlijn die is omgebouwd tot fietspad en dat gaat heerlijk. In Ramonchamp gaat dan de Col de Morbieux beginnen. Met het profiel uit het boek van Alex in ons hoofd, hebben we het gevoel dat dit wel te doen moet zijn, maar al snel blijkt dat profiel niet helemaal te kloppen. Bovendien is het erg warm en de zware klim vergt onze laatste krachten. Hoewel de eerste twee kilometer nog goed te doen zijn, duiken we daarna het bos in en hier wordt de klim onregelmatig en steil: de volgende sectie van 2 kilometer brengt ons zo’n 200 meter hoger, dan weet je dat het menens is. Het laatste stukje is het echter wel gedaan en gaan we op zoek naar het bordje. Met zijn 788 meter is de Col de Morbieux misschien niet zo hoog maar wel erg zwaar.

Na de afdaling rijden we terug naar de camping en zijn we trots op onze prestatie: ruim 80 km met 1150 hoogtemeters.

Roche de Diablo en de Grand Cascade van Tholy

Grand Cascade de Tholy

Na de fikse tocht van gisteren is er vandaag een rustdag. We rijden naar de Roche de Diablo, een mooi gevormde rots die tevens als tunnel fungeert. Aan beide zijden is er prachtig uitzicht over twee meren in de diepte.

Daarna rijden we door naar Tholy waar de Grand Cascade zich bevindt. Hier is het heel erg druk, we zijn zeker niet de enige die bij de watervallen proberen te parkeren. Om het parkeerterrein te bereiken dalen we een heel smal en steil weggetje af, dat is wel even spannend. Gelukkig vinden we hier nog een plekje voor de auto en we gaan de waterval bekijken. Het is een prachtige omgeving waar je door het bos langs de waterval kunt klauteren.

Weer terug bij de auto rijden we naar de top van de Grosse Pierre (een col die we uiteindelijk pas in 2018 van beide zijden zullen beklimmen) om een potje te midgetgolven. Bij de bar is echter niks te krijgen dus rijden we tenslotte door naar La Bresse voor een hotdog met uitjes!

Col du Bramont en Le Markstein

Meer van Wildenstein

De laatste fietsdag rijden we de Col du Bramont nog een keer op, maar nu van de andere kant (vanuit La Bresse). We hadden hier geen profiel van, maar het lijkt toch een pittige beklimming: in 3,4 km overbruggen we 238 hoogtemeters, zo’n 7% gemiddeld dus. Dit is echter gemeten vanaf het afslagje waar je de D34 die vanuit La Bresse loopt verlaat. Het venijn zit hem vooral in de laatste 2 kilometer met stukken die tot 11% stijgen.

Boven maken we ons klaar voor de afdaling met zijn 12 haarspeldbochten die we eerder van de week hebben beklommen. Het is een heerlijke afdaling en beneden komen we weer bij het meer van Wildenstein. Hier golft het wegdek rustig tot we bij de afslag komen naar Le Markstein, de top van deze klim is weer aan de Route de Cretes gelegen. De eerste 1-2 km zijn zwaar met gemiddelden van 7% en uitschieters richting 10%, daarna wordt het wat makkelijker en is het gemiddeld zo’n 5% a 6%. Na een kilometer of 5 komt het makkelijke deel: 5 kilometer met slechts 3%. Als je hier nog wat over hebt kun je bijschakelen en goed benen maken. De laatste 3 kilometer wordt het weer wat pittiger maar dan weet je ook dat je er bijna bent!

Het uitzicht bovenop Le Markstein is, zoals overal op de Route des Crêtes prachtig. Op heldere dagen kun je heel ver kijken. We rijden verder over de Route des Crêtes en dalen af vanaf de Rainkopf naar La Bresse. Wederom komen we bij de Col du Bramont uit en we rijden de afdaling die we ‘s ochtends zijn opgereden. Dat gaat een stuk sneller!

Hiermee besluiten we ons verblijf in La Bresse op de fiets. 

Belfort

Leeuw van Belfort

Het plan was om in de buurt van Giromagny een nieuwe camping te zoeken, maar dat stadje leek nogal doods. Vervolgens hebben we gekeken bij campings in Fresse en Melisey maar die lagen wel erg afgelegen. Tenslotte hebben we gekozen voor de stadscamping van Belfort (l’Etang de Forges) aan het gelijknamige meer aan de Noordzijde van de stad.

De tweede dag gaan we Belfort bezoeken. Het is nog een behoorlijk stuk lopen naar het centrum, maar er is een citadel met de grote leeuw van Belfort en uitzicht over de Vogezen cols in het Noorden.

Ballon d’Alsace

Deze dagen zit het ons niet erg mee met het weer. We gaan nog een dagje naar het meer van Malsaucy waar een groot park met diverse spellen bij ligt. We midgetgolven nogmaals en doen een potje reuzeschaak. 

Col du Ballon d'Alsace

Dan is het eindelijk weer redelijk weer en zetten we de fietsen op de auto en rijden naar Plancher-Bas. Hier begint zo’n beetje de zuidelijke klim van de Ballon d’Alsace, die nergens heel moeilijk wordt, maar wel gewoon vrij lang is. In 14 kilometer komen we een kleine 700 meter hoger terecht dus het is wel een echte klim. Bovenop is het aardige weer wel verdwenen. Het is koud en er komt weer regen aan. We besluiten dus maar om te keren en dezelfde weg af te dalen. De Ballon de Servance moet dan maar wachten (we fietsen deze uiteindelijk in 2014). 

Het is wel een beetje spijtig dat we door het weer op deze laatste plek zo weinig hebben kunnen fietsen. In de jaren die volgden hebben we de Grand Ballon nog wel beklommen (2014 en 2018) en zo hebben we alle ballonnen wel zo’n beetje gehad uiteindelijk!

Gerelateerde artikelen

Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door .

Reacties

Plaats een reactie