Weekendje fietsen in het Zwarte Woud

Uitzicht vanaf Eberstein

Het is zomer en we hebben het eigenlijk wel even nodig tussen de drukke werkweken door: een lang weekend vrij om lekker te fietsen. De kop leegmaken. Het plan was om naar het Zwarte Woud af te reizen. Het noordelijkste gedeelte, zo vlak onder Karlsruhe, bij Baden Baden, zou met een ruime 4 uur rijden te bereiken moeten zijn. Dat zou zo moeten zijn, totdat het begon te regenen in de week van 12 juli. En dat hield niet meer op. We hebben de beelden gezien van de overstromingen in Limburg, maar in de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel ging het er nog veel heftiger aan toe met in totaal honderden slachtoffers van het snel stijgende water. 

Maar goed, wij zouden naar het Zwarte Woud gaan, dus we dachten dat het wel door kon gaan. Ondertussen liepen ook de Corona cijfers in Nederland uit de hand. Waren we nog wel welkom in Duitsland als Nederland op de Europese kaart rood of zelfs donkerrood zou kleuren? Die kaart wordt geüpdatet op donderdag en we zouden vrijdag vertrekken. Zou de Duitse regering er een stokje voor steken? Zodat alleen volledig gevaccineerden welkom zouden zijn? 

Uiteindelijk liep het zo’n vaart niet en van Corona hebben we nauwelijks last gehad. Wel van het water. De reis liep langs Keulen en door de afsluiting van de snelweg (A61) hebben we er in totaal 7 uur over gedaan om bij onze accommodatie voor het weekend te komen. Nou ja, dat hebben we er graag voor over.

De fietstocht

Op zaterdagochtend gaan we ons klaarmaken voor een flinke tocht. Er staan in totaal 5 beklimmingen op de agenda en wat het speciaal maakt deze keer is dat we niet samen zijn, maar met zijn drieën. Onze (vroegere) buurman is mee, die had ook wel oren naar fietsen in het buitenland en het beklimmen van echte bergen. Het weer is nog niet super ‘s morgens vroeg. Schloss Eberstein, dat we vanuit ons huisje kunnen zien liggen op de berg is omhuld met wolken. Het is wel droog gelukkig. Het weerbericht laat zien dat dit wel een beetje het weerbeeld zal zijn vandaag: zwaar bewolkt, maar als het goed is zou het droog moeten blijven. Hopelijk zijn de wegen ook droog en wordt het lekker fietsweer. We zullen het in elk geval niet te warm krijgen, dat is ook wat waard!

Bijna boven op de Rote Lache

Om klokslag tien uur vertrekken we vanuit Gernsbach. We rijden een stukje door de mooie Altstadt met zijn vakwerkhuizen en spotten de eerste biergarten. Lachend stellen we voor daar vanmiddag neer te ploffen. Het lachen vergaat ons als we het stadje uit fietsen langs de hockeyvelden en het meteen begint te klimmen. Weliswaar gematigd, maar omdat we nog niet zijn opgewarmd voelt het wat zwaarder aan. Dit is de oostelijke zijde van de klim naar de Nachtigall. Ruim drie kilometer lang is deze kant en erg regelmatig. Steeds zo’n 5% a 6%. De weg is niet heel goed, maar wel vrij rustig. Door het bos zwoegen we omhoog, uitzicht is er niet, maar het is wel lekker koel. Met zijn drieën bij elkaar overwinnen we deze klim. Boven, op de splitsing, staat het restaurant die de klim zijn naam geeft. We mogen dalen! Weliswaar niet lang maar toch. Maar nog voor we op snelheid zijn kunnen we weer in de ankers. Een stoplicht. Normaalgesproken rijden de asociale Hollanders natuurlijk door, maar we hebben de tijd vandaag en wachten even op groen licht. 

Rote Lache

Niet veel later staan we aan de voet van de noordwestelijke zijde van de Rote Lache. Deze klim start bij Waldhotel Forellenhof en begint makkelijk met een kilometer vals plat. Dan wordt het pittiger. Er is nog zo’n 4,5 km te gaan en die gaan aan zo’n 7% tot 8% gemiddeld. Vrij steil zo vroeg op de ochtend en ook best lang. Hier blijven we niet meer bij elkaar. We weten het al langer, maar bij dit soort beklimmingen is het zaak om je eigen tempo te rijden. Boven is er niet zo heel veel te beleven. Er is een groot hotel/restaurant maar dat is dicht. Er staan twee mannen op het dak om het een of ander te repareren. Links is een parkeerplaats met een aantal auto’s. Uit een paadje komt een eenzame mountainbiker op een elektrische mtb. Er is geen uitzicht, enkel wolken. Een beetje een troosteloze aanblik dus. Maar nu er niemand is kan ik mooi even mijn blaas legen. Daarna wacht ik op mijn twee kompanen die er een poosje later aankomen. Blijkt dat ze halverwege zijn gestopt om een heel speciale hagedis te bekijken. Ik was er niet bij natuurlijk, maar vermoed dat het ook wel goed uitkwam en er gelijk even gepauzeerd werd.

Hagedis

De afdaling ligt er een beetje nat bij en de weg is ook niet zo best. We dalen zo’n 7 km tot Forbach. Na een kleine twee kilometer hebben we prachtig uitzicht op de vallei en na het dorpje halverwege wordt het asfalt ook beter en zoeven we naar beneden. Het schiet door me heen dat dit precies de reden is dat we omhoog zwoegen. Dit soort afdalingen is echt een heerlijke traktatie na het afzien op de klim.

Bekend terrein

Vanuit Forbach moeten we een stukje langs de wat drukke B462. Gelukkig is de weg breed en geven de passerende auto’s ons voldoende ruimte. Wat minder prettig is dat de weg hier licht stijgt, een beetje vals plat. Het is zo’n 6 kilometer naar Raumünzach waar we van deze weg af mogen. Hier komen we op enigszins bekend terrein, aangezien we in 2015 vlakbij op de camping hebben gezeten. Een paar dagen maar, het enige dat ik me nog herinner is de hitte. Wat was het afzien toen. Ik geloof dat we toen maar twee tochtjes hebben gemaakt. Vandaag is het wat dat betreft veel beter fietsweer. Gedrieën fietsen we voort en maken ondertussen een praatje. Dat is nog best lastig. Omdat we achter elkaar fietsen moet er behoorlijk geschreeuwd worden. Maar daar is dan de afslag. Hier begint de lange klim van de Hundseck. 11 kilometer maar liefst. De eerste zijn pittig, daarna vlakt het helemaal af en is het niet meer dan vals plat. Tot de laatste 4 km waar het weer met zo’n 5% stijgt. Ik rijd lekker op met de buurman en we kletsen. Zo gaan de kilometers best snel. Ik ben dit niet gewend maar het is heerlijk om gezamenlijk te klimmen en een beetje aanspraak te hebben. Het alternatief is een lekker muziekje op de oortjes.

Bovenop Unterstmatt

Boven, aan de Schwarzwald Hochstrasse (B500) is een grote parkeerplaats en op het heuveltje staan twee restaurantjes. Herkenning, ik heb daar toen gezeten met Leonie. Een salade met stukjes worst erin. Beetje rare combinatie vond ik toen. Ik had liever een tosti gehad… Als we weer compleet zijn slaan we rechtsaf, op naar de top van de Sand die anderhalve kilometer noordelijker ligt en iets lager. We dalen dus even af. Het is vrij rustig hier op de B500, later komen we erachter dat dat komt omdat deze een stukje verderop afgesloten blijkt te zijn. Bovenop de Sand is een grote kruising met verkeerslichten. We slaan hier linksaf en racen de snelle afdaling naar Bühlertal af. Binnen no-time staan we beneden aan de voet in het dorpje. Hier moeten we nog een keertje omhoog rijden, mooie beklimming. Zwaar ook waarschijnlijk. Maar dat lijkt altijd zo als je er net vanaf gekomen bent. 

Unterstmatt

De volgende pittige en onbekende beklimming staat nu voor de deur. We draaien de Unterstmatt op, precies op het steilste stuk. Vanaf de grote brug in Bühlertal gaat het meteen steil bergop. Rond de negorij Neusatzeck is het even vlak en rijdt de buurman verkeerd. Echter, ik had hem en Leonie wat voorsprong gegeven dus daar weet ik niks van. Er staat daar ook een stoplicht, maar nu had ik even geen zin meer om erop te wachten. Bovendien was het echt maar een klein stukje en was er toch niemand. Het wordt in een wijde bocht naar links weer steil, tot zo’n 13% a 14% aan toe. Maar ook daar komt een einde aan gelukkig. En daar zie ik Leonie rijden. Ploeteren een beetje. Met muziek op. Ik haal haar in en roep nog even dat ze buurman zeker al gezien heeft. Dat blijkt niet zo te zijn. Hij is kwijt. 

Nou ja, ik zwenk naar de overkant waar een uitstulping in de weg is. Daar kan ik mooi even wachten. Hopelijk komt hij er zo aan. En ik neem een gelletje nu we toch stilstaan. Even appen en wachten maar. Paar minuutjes later komt hij eraan. Neemt ook een gelletje en zucht en steunt. Het is een zware klim. Wat we niet weten is dat de klim eigenlijk wel over zijn hoogtepunt heen is. Nog een klein stukje steil (zo’n 9%) en dan vlakt het even helemaal af na het uitzichtpunt (waar overigens met dit weer niets te zien is).

Uitzicht Unterstmatt

Die ruim 2 kilometer vals plat is heerlijk: na het steile werk van daarnet lijkt het bijna vlak. Lekker even doortrappen maar. Helaas komt er nog een venijnige finale van 1 km. Vanuit het vals plat wordt de brede, rechte weg steeds een stukje steiler. De laatste paar honderd meter toch weer 8%. Maar je ziet het niet. In je hoofd denk je, ‘ach dit stelt niet zo veel voor, even volhouden nog.’ Maar de benen vertellen je toch een ander verhaal. Maar het duurt nu niet lang meer want daar is ie weer, de Schwarzwald Hochstrasse. En op deze kruising is een fijne Biergarten en voila, het zonnetje komt ook even door. Heerlijk rusten we even uit met een welverdiende cola en echte Duitse küchen. Het voetbalelftal binnen trekt zich nergens wat van aan. Afstand houden? Corona? Wij willen bier… En dat gaat er zeker in bij die lui. Er wordt ook gezongen en het is een groot feest!

Hier wordt het ons ook duidelijk waarom het zo rustig is qua verkeer op de B500. De weg is afgesloten naar het Zuiden toe. Dat zal een lekker afdaling worden straks.

Laatste loodjes

We stappen weer op voor de laatste 25 km. Er volgt nu eerst een gemakkelijk stuk naar de grote parkeerplaats op de top van de Hundseck waar we al eerder waren en daarna de korte afdaling naar de Sand. Vanaf daar rijden we in een ruk Noordwaarts en dalen we in 15 km naar Lichtental. Het is een heerlijke afdaling, niet te steil en zoals besproken, heel rustig dit weekend door de wegafsluiting. Die drukte is wel eens anders weten we uit eerdere jaren. 

Vanuit Lichtental is er nog één hobbeltje dat ons scheidt van Gernsbach: dezelfde beklimming als we vanochtend mee zijn begonnen. Maar het goede nieuws is dat deze zijde iets gematigder is. De eerste anderhalve kilometer zijn vals plat. En daar komen we weer bij het Forellenhotel aan, op de kruising aan de voet van de Rote Lache. Dit kennen we nu wel. De lange rechte strook gaat ook goed en dan komen we bij het stoplicht. Van hieraf is het nog even aanpoten, maar we zijn er ook bijna. Voor je het weet passeer je de parkeerplaats van het restaurant op de top en zijn we boven. Het enige dat nu nog rest is een heerlijke afdaling naar Gernsbach. We zoeven naar beneden en binnen no time staan we weer op de brug midden in de Altstadt. Moe en voldaan!

‘s Avonds gaan we lekker uit eten bij een Balkan grill restaurant, we hebben het wel verdiend!

Vakwerkhuizen in Gernsbach

Gerelateerde artikelen

Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door .

Reacties

Plaats een reactie