Marmotton op eigen gelegenheid

Uitzicht tijdens Marmotton

Een weekje fietsen in het hooggebergte met als doel om aan het eind van de week de Marmotte te fietsen op eigen gelegenheid. We hebben het hele voorjaar onwijs hard getraind, diverse toertochten gereden in België en er eigenlijk alles voor gelaten.

Na de mislukte exercitie in de zomer van 2014 (eboulement op de Croix de Fer en verschrikkelijk rotweer) waarbij we niet verder zijn gekomen dan het stuwmeer onderaan de Croix de Fer, is het nu, vijf jaar later, tijd voor revenge. Of die er kwam lees je hier. Een tipje van de sluier kan ik alvast oplichten, het ging natuurlijk weer niet zoals we van tevoren bedacht hadden.

We rijden meestal op vrijdag vanuit Limburg naar onze vakantiebestemming, zodat we er alvast zijn en op zaterdag er direct wat gefietst kan worden. We hadden er speciaal voor gekozen om een huisje te boeken (in plaats van een camping) en zouden gaan starten vanuit Allemont, onderaan de Croix de Fer. Alles goed en wel, behalve het weerbericht. Geen regen dit jaar, maar zon en warmte, en zoals zal blijken, de warmste week ooit in grote delen van Europa.

Het plan

Start van de Marmotton

De weersvoorspellingen waren zelfs dusdanig dat ons gedroomde plan, een paar dagen acclimatiseren en alvast wat flinke bergen oprijden die nog ontbraken op het lijstje en dan de Marmotte doen, vrij snel in de prullenbak kon. Het zou zaterdag nog redelijk te doen zijn, met wat regen in de ochtend en 28-30 graden in de middag. Elke dag nadien zou het wat warmer worden, met maandag en dinsdag temperaturen ver boven de 30 graden in de zon.

Uiteindelijk hebben we dan ook besloten om op zaterdag de klim naar Oz en Oisans te doen als opwarmertje en op zondag onze eigen Marmotte te gaan rijden. Zaterdag was het eerst behoorlijk slecht: nat en naar weer en dus zijn we pas laat in de middag naar Oz en Oisans gereden. Niet echt de ideale voorbereiding.

‘s Avonds was er een goede maaltijd van pasta en hebben we alvast stokbrood gekocht voor de grote dag en ontbijt.

Op zondag gaat de wekker om half zes. Gauw wat ontbijt naar binnen werken, redelijk taai geworden van een nachtje in ons huisje waar het niet al te warm is, en zelfs een beetje vochtig, maar dat de rest van ons verblijf ideaal was vanwege de koele ligging. Leonie rijdt om half 7 weg en begint dan aan de eerste berg, de Col de la Croix de Fer. Ik volg een half uur later. Vanuit het huisje vlak buiten Allemont rijd ik eerst terug naar de grote weg (D526) en dan richting het stuwmeer, Lac du Verney. Bovenaan het stuwmeer voel ik me al een beetje slap en besluit alvast een halve kruidkoek te nemen. Normaal gesproken hoef ik het eerste uur niks te hebben, maar het ontbijt was wellicht niet helemaal voldoende en ik ben ook al wat langer op. Niet handig. 

Beklimming van de Col du Glandon (zuidzijde)

Schapen op de Glandon

Langs het stuwmeer gaat het allemaal nog heel gemakkelijk. Aan de andere kant gaat de klim beginnen. Het eerste stuk is zwaar en duurt lang. Het is nog lekker koel dus dat is wel heel prettig fietsen. In Le Rivier d’Allemont is een waterpunt en vul ik alvast de bidon bij. De andere helft van de kruidkoek gaat ook naar binnen. En weer door.

Nu komt zometeen het moeilijkste stuk, eerste die rare steile haarspelden naar beneden, je zakt zo’n 100 meter, en dan die muur van 13 a 14%. Na het bruggetje begint de muur en er lijkt geen einde aan te komen. Na een paar honderd meter wordt het iets minder steil, maar dit stuk is ook weer pittig.

Stuwmeer

Een stuk verderop, nog voor ik de hoge muur van het Lac de Grand’ Maison in beeld krijg, wordt het weer gemakkelijk. Ik stop even om te plassen en eet nog een reepje of een gel. Dan omhoog naar dit tweede stuwmeer. Hier rijd ik lekker en het gaat allemaal prima. Een lekker muziekje via de oordopjes en no worries, gewoon rijden. Het moeilijkste stuk ligt tenslotte al achter me.

Aankomst top Glandon

Verder omhoog op de Col, waar je zo van het ene in het andere departement rijdt, is een herder zijn kudde schapen aan het verplaatsen. Ik moet er voor stoppen en schiet onbedaarlijk in de lach van die gekke hupsende beesten. Het zijn er ook niet weinig hè. En als er eentje over de dam is…

Ik eet nog wat en vervolg mijn weg. De col komt in beeld, maar dat is de Croix de Fer zelf. Wij mogen gelukkig afslaan naar de top van de Glandon. Na 2 uur en 7 minuten (inclusief stops) sta ik boven op de Glandon en snuif ik de frisse lucht op. Het gaat een prachtige dag worden en waarschijnlijk erg warm, maar daar merk ik nu nog weinig van. Er zijn weinig andere mensen zo vroeg al boven (het is even na 9 uur) maar we komen wat andere fietsers tegen die wellicht ook hetzelfde rondje gaan doen.

Afdaling van de Glandon

De afdaling van de Glandon is vrij bizar. Vooral de eerste 2 a 3 km is het onwijs steil en hebben de remmen het zwaar te verduren. Verderop in de afdaling wordt het leuker, want minder remmen en de snelheid laten lopen. Het is nog erg rustig en dat is fijn. Onderweg nog even gestopt om te plassen en dan weer verder.

Helemaal beneden komen we aan in Saint Etienne de Cuines, waar het al een drukte van belang is. Motoren en drukgebarende mannetjes. Er lijkt wel een of andere wedstrijd aan de gang. Op het pleintje bij hotel Chez Lullu kunnen we gelukkig wel verder, we slaan rechtsaf richting Saint Jean de Maurienne. Hier is het inmiddels wel al wat opgewarmd en de beenstukken kunnen uit. 

De vallei

Hoewel het stuk dat nu komt door de vallei naar de voet van de volgende klim niet het allerleukste is, is dit eerste stukje, zo ongeveer tot Saint Jean, wel fijn. Nog niet te warm, nauwelijks verkeer op de D74 en het is gewoon prettig fietsen. Verderop draait de weg onder de snelweg door en rijden we een stukje aan de andere kant. De fraaie beklimming naar het klooster van Montvernier komt in zicht, maar we moeten door. We draaien weer de andere kant op en gaan via de D906 over de snelweg en richting centrum Saint Jean.

Hier vinden we een kraantje op een plein en vullen de bidons bij. We hebben ook van die oplostabletten met energy drink en dus kunnen we weer vrolijk verder. Door het centrum en langs de camping waar we al twee keer eerder hebben gestaan gaan we op weg naar Saint Michel en de voet van de Télégraphe. Buiten Saint Jean gaat de D906 over in de drukkere D1006 en we moeten daar wel over. Gelukkig zijn de auto’s hier gewend aan fietsers, maar dit is het minst fijne stuk van vandaag. Het loopt soms een beetje omhoog en dat maakt het toch zwaar. 

Een half uurtje later zijn we aangekomen in Saint Michel voor klim twee en drie, de combinatie van Télégraphe en Galibier. We knippen ze natuurlijk op en zien het als twee bergen. We eten nog wat en gaan beginnen aan de klim.

Uitzicht tijdens Marmotton

Beklimming Col du Télégraphe 

Het klimmen valt me vrij zwaar, eigenlijk vanaf het begin al. Het is ook warm en met de zon op de kop gaat het niet soepel. Onderaan de beklimming is ook vrij veel verkeer en ook dat werkt niet mee. Ik moet ook nog erg ver, want na deze wachten nog 2 beklimmingen. Maar niet aan denken en gewoon rustig aan, een voor een aan beginnen. Eigenlijk moet ik ook plassen, maar er is hier zoveel verkeer dat dat niet echt gaat werken. Ik houd het dus maar op. 

Inmiddels wat hoger op de beklimming krijg ik het moeilijker, er lijkt weinig sju meer in mijn benen te zitten en ik ga echt heel langzaam. En dan is dit pas de tweede klim en helemaal niet zo’n zware. Ik heb ook trek, maar denk steeds dat ik nog wel een stukje door kan. Na de volgende bocht zal toch wel schaduw zijn waar ik even wat kan eten. Ik denk dat ik hier de mist in ga door te laat te eten. Mijn energie stroomt uit mijn lijf en ik krijg mijn benen nog maar nauwelijks rond. Het doet ook echt pijn in mijn bovenbenen en dat heb ik toch niet zo vaak. Laten we wel wezen, we hebben nu weliswaar ruim 2000 hoogtemeters op de teller, maar dat is toch ook niet voor het eerst?

Ik begrijp niet wat er aan de hand is. Daar zie ik dan een stukje schaduw aan de andere kant van de weg. Ik zwalk er naar toe en stop. Het zweet gutst van mijn kop en ik eet een reepje. Ik ben niet misselijk of zo, maar voel me gewoon behoorlijk gaar en leeg. Ik pauzeer nog wat. Eigenlijk ook niks voor mij, normaal rijd ik altijd in een keer omhoog. Maar nu lukt dat gewoon niet. Het is nog zo’n 3 km tot de top en ik neem me voor het rustig aan te doen. Gewoon peddelen en dan kom ik er wel ook al gaat het niet snel.

Het laatste stuk naar de col is een hel. Mijn benen doen pijn en ik zie het helemaal niet zitten. De beklimming van de Alp heb ik op dat moment allang uit mijn hoofd gezet en ik heb ook geen idee hoe ik de Galibier op zal moeten komen. Gelukkig kan ik op de col even uitrusten in de schaduw en wacht ik op Leonie. Uiteindelijk doe ik over deze beklimming van de Télégraphe 1:19:29, een dikke 10 minuten langer dan in 2011 en zelfs 18 minuten langer dan in 2013 (toen we ook nog de Galibier op zijn gereden).

Bovenop de col is het erg druk. Vooral veel luidruchtige motorrijders en hier en daar een verdwaalde fietser. Als Leonie ook boven is besluiten we wat te eten en we bestellen een tosti en een cola. Het duurt lang en in de schaduw wordt het nu zelfs een beetje fris. Toch doet de tosti me heel erg goed. Ik besef dat ik wellicht de man met de hamer ben tegengekomen en hoop dat het zo weer beter zal gaan, maar dat weten we pas als we weer opstappen.

Naar boven op de Galibier

Op de top van de Galibier

Het stuk naar Valloire gaat wel. In het dorpje kunnen we nog water halen voor de beklimming van de Galibier en smeren we ons in. Dan gaan we beginnen met de Galibier. Met mij gaat het inmiddels wel weer prima en ik heb er zelfs weer zin in. Rustig aan weliswaar, maar die Galibier kom ik wel op. Leonie heeft last van de hitte en waarschijnlijk ook van de lange stop. De beklimming van de Galibier doen we zoveel mogelijk samen want ik wil haar hier niet achterlaten. Het eerste stuk, tot het Chalet bij de grote rechtse haarspeldbocht over de brug stoppen we nog uitgebreid voor drinken en schaduw.

Het schiet allemaal niet echt op, maar we moeten naar de top. Kilometer voor kilometer komt die dichter bij. Het weer blijft onveranderd goed en het is ook nog steeds warm. Hoger op de Galibier ligt er nog sneeuw en de uitzichten zijn echt prachtig. Dit heb ik hier nog niet eerder gezien, maar ondanks de warme week zo eind juni, is het natuurlijk nog steeds relatief vroeg in het jaar.

Tegen zessen ben ik eindelijk boven en dan is het wel duidelijk dat dit een Marmotton gaat worden en geen Marmotte. Nu nog helemaal afdalen naar Bourg d’Oisans en dan de Alp nog op gaat hem gewoon niet worden.

Galibier af en door de vallei naar Bourg d’Oisans

Op de top is het nog best druk en hier, hoog boven de vallei is het ook nog steeds warm. Met mijn vermoeide hoofd zet ik het bordje op de foto en maak nog wat foto’s van beide zijden van de klim. Een vriendelijke toerist schiet te hulp om mij met het bordje op de foto te zetten. We zijn toch helemaal naar boven gereden nietwaar?

Het eerste deel van de afdaling is spannend. Het is, zeker die eerste kilometer omlaag, onwijs steil en er zijn geen vangrails. Als ik bij de uitgang van de tunnel uitkom wordt het beter te doen, maar door de vermoeidheid gaat het dalen niet meer zo soepel. Maar wat is het ook aan deze kant van de top prachtig zeg. Ik denk nog even ‘hier moeten we ook een keer omhoog’. Dan razen we door, op naar de top van de Lautaret. Vanaf daar wordt de afdaling minder spectaculair en zeker ook een stuk minder steil. Het is nog een flink stuk rijden naar Bourg d’Oisans, maar het gaat hier heel makkelijk. 

Afdaling Lautaret

Eindelijk afkoeling

Inmiddels rijden we nu en dan weer in de schaduw van de bergen en het koelt lekker af. Ondanks de vermoeidheid is het nu toch wel echt genieten. De kilometers gaan snel en makkelijk. Een heel stuk verderop zijn toch nog wat korte stukjes omhoog. Een eerste knikje vlak voor het Lac du Chambon. Daarna rijden we langs dit stuwmeer tot we bij de voet van Les Deux Alpes aankomen. We gaan hier rechts over de D1091 terug naar huis.

Hele stukken gaat het hier nog omhoog en dat voelen we flink in de benen. Het tempo zakt op die moment behoorlijk in. Maar daarna is het weer lekker dalen. In de diepte stroomt de Romanche, maar we zitten nog hoog en zien de rivier niet. Al snel komen we het afslagje naar Venosc tegen, daar zaten we jaren geleden op de camping. Nog een klein stukje vlakke weg scheidt ons van de finish. 

Het beklimmen van Alpe d’Huez hebben we definitief uit ons hoofd gezet, het is inmiddels al half 8 en dat lijkt ons niet zo handig. Jammer, maar we zijn ondertussen dusdanig moe dat we gewoon toe zijn aan een goed maal en ons bed. 

Wat vanmorgen heel prettig was, namelijk starten aan de voet van de eerste klim, betekent dat we vanaf Bourg nog een kleine 10 km te gaan hebben naar Allemont. Die gaan eigenlijk weer vrij eenvoudig en zo komen we na een volledige dag in het zadel rond half 9 aan op het pleintje in Allemont waar we genieten van een heerlijke tafelbarbecue en een meer dan verdiend biertje!

Gerelateerde artikelen

Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door .

Reacties

Plaats een reactie