Terug naar de Franse Alpen
7 september 2020Na twee weken fietsen in de Pyreneeën zit de vakantie er nog niet helemaal op. We hebben nog een aantal dagen tegoed rond Allemond, een klein plaatsje in de buurt van Alpe d’Huez. We zijn hier al verschillende keren geweest en hebben de meeste bergen in de omgeving beklommen, maar er zijn er nog een paar over. Bovendien is het er zó mooi en ligt het ongeveer op de route naar huis, dat we deze plek gekozen hebben als laatste bestemming voor een paar heerlijke fietstochten.
Op 7 september rijden we daarom van Bagnère-de-Luchon, onze vorige vakantie bestemming, naar Allemond. Het is een voorspoedige reis, met enkel wat oponthoud rond Toulouse waar we precies rond de ochtendspits zijn. Later rijden we door de Provence, waar we zicht denken te hebben op de Mont Ventoux. Deze reus staat ook nog op ons verlanglijstje, die bewaren we voor een andere keer.
Villard Reymond
De volgende dag belooft het heel mooi weer te worden, al is het nog wat fris als we ‘s ochtends op de fiets stappen. We gaan naar het gehucht Villard-Reymond. Dus, over de D1091 richting Bourg d’Oisans en afslaan bij La Paute. Vervolgens is het ongeveer 15 kilometer klimmen met zo’n 1000 hoogtemeters. Het eerste deel van de klim, tot La Palud, is gelijk aan de Col d’Ornon. Deze klim hebben we twee keer eerder gedaan, maar ik was vergeten hoe mooi deze col eigenlijk is en ook dat de eerste kilometers best wat steile stukken bevatten.
Inmiddels komt het zonnetje boven de bergkam uit en warmt het op. Het is nog niet heet, maar gewoonweg heerlijk fietsweer. Vanaf La Palud is het nog 10 kilometer. Wat volgt is een bijzonder rustige klim. Het asfalt vertoond veel scheuren, maar omhoog is dat niet erg. Eerst is er geen uitzicht, later heb je zicht op het omringende massief: machtig en groots, als ook de weg die zich vermoedelijk naar de Ornon begeeft. We gaan door met veel haarspelden en een redelijk pittig stijgingspercentage. Steeds zo’n 7 -8%, veel stukken ook ietsje meer, maar nergens wordt het te moeilijk.
Doodlopende klim
Met nog 3 kilometer te gaan geeft een verkeersbord ‘Chaussee deformée’ aan. Dat is al de hele weg het geval, maar gek genoeg ligt er na dit bord een gloednieuwe, strakke asfalt laag. Dat rijdt lekker! Op een kilometer van de top hebben we het mooiste uitzicht. Het dorpje, met kerk, ligt nog iets hoger met voor ons mooie, franse koeien in de wei en op de achtergrond een door de zon beschenen bergmassief. Hier zullen we op de terugweg nog even stoppen om van dit uitzicht te genieten, maar eerst door naar boven. De top ligt in het dorpje, waar de weg doodloopt. Je zou door moeten kunnen fietsen naar de Col de Solude, maar er ligt een dikke laag grind op het pad. Wij keren dan ook om, dalen af en fietsen nog een rondje om het Lac du Verney om de dag mee af te sluiten.
Koninginnenrit
De dag erna hebben we zin in een flinke tocht en we hebben een ronde uitgezet over Les Deux Alpes, de Col de Sarenne en skistation Oz als afsluiting. Het eerste stuk naar Bourg d’Oisans en Le Clapier is bekend en vlak. Dat gaat gemakkelijk! Dan volgen de eerste, pittige klimkilometers langs de drukke weg en door een tunnel. Dit is niet zo prettig, er rijdt ook vrachtverkeer en het schiet niet zo op doordat het steeds 7 – 8% stijgt.
De afslag naar Bons volgt 2,5 kilometer later. Hier wordt het heel rustig, nog wat steiler (8 – 9%) en rijden we door het bos. We stijgen snel boven het dal uit, maar het duurt nog even voor we dat kunnen zien. Als de klim na zo’n 3 kilometer afvlakt en we over een hele smalle weg dicht langs de bergwand fietsen, hebben we een prachtig uitzicht op de vallei, de ons omringende bergtoppen en de kleine dorpjes op de flanken. Hier doen we het voor!
Werkzaamheden
We fietsen verder tot Bons, het wegdek is hobbelig en vol scheuren en kuilen en dat zal niet voor het laatst zijn. Bij de afslag naar Les Deux Alpes is een tijdelijk stoplicht: er wordt gewerkt aan de weg. We rijden omhoog, maar wat blijkt, over een stuk van 1 tot 1,5 kilometer is de toplaag van het asfalt eraf gehaald en fietsen we over een super hobbelig wegdek. Gelukkig is het de laatste 2,5 kilometer beter. Ook in het skidorp wordt gewerkt. Er is veel bedrijvigheid en het lijkt alsof het halve dorp onderhanden genomen wordt…
Dat is dan de eerste klim. Na een korte pauze dalen we af naar het Lac du Chambon, waarbij we natuurlijk ook weer over het slechte asfalt moeten. Naar beneden gaat het gelukkig wel een stuk sneller.
Col de Sarenne
Bij het Lac du Chambon begint klim 2: de Col de Sarenne. Deze klim hebben we niet eerder gedaan, we zijn er enkel een keer vanaf gedaald nadat we Alpe d’Huez beklommen hadden. De statistieken lijken op die van Alpe d’Huez, 13 kilometer en 1000 hoogtemeters, maar het verloop is heel anders. De Sarenne is namelijk heel onregelmatig.
De eerste kilometer naar Mizoen is gelijk de steilste. Steeds geeft de teller 11% aan en het gaat dus niet al te snel. In Mizoen vlakt het helemaal af en ik stop bij een waterpunt om mijn bidons bij te vullen. Ik eet dan ook alvast een gel. Dit makkelijke stuk wordt afgesloten met een korte afdaling gevolgd door een soort muur waar je tegenop moet fietsen. Er volgen een aantal kilometers door het bos waar het meestal goed stijgt, zo’n 8 – 9%, maar ze gaan goed.
In Clavans-bas wordt het opnieuw een stuk vlakker en dat blijft zo tot Clavans-haut. Het is nu nog 7 kilometer tot de top en die zullen steeds zwaarder worden. Het bos wordt steeds dunner en er komt steeds meer zicht op de gletsjers hogerop. Het zijn vooral de laatste 3 kilometers die erg moeilijk zijn. Ik zie wel waar ik heen moet, maar dat is nog een stuk hoger. Steeds vaker geeft de teller 9 en 10% aan. Het uitzicht is geweldig, terwijl het wegdek steeds slechter wordt. Het hobbelt continue en er liggen hoopjes grind op de weg waar je niet omheen kunt. Ondertussen laten mijn oordopjes Born Slippy van Underworld horen, dat helpt wel voor het laatste stuk. Wat een zware, maar mooie klim was dit!
Naar Alpe d’Huez
We gaan verder richting Alpe d’Huez. Je kunt vanaf de top van de Sarenne bovenlangs naar Alpe d’Huez fietsen en omdat dit skistation iets lager ligt, hadden we een afdaling verwacht. In praktijk blijkt het landschap hier te golven en zitten er flinke stukken omhoog bij. Langs een enorme kudde schapen met herder komen we uiteindelijk boven in Alpe d’Huez uit.
Nu gaan we eindelijk echt dalen, tot Huez. Daar slaan we af naar Villard Reculas. We moeten dan wel weer wat klimmen tot de Pas de la Confession en ook in Villard Reculas is het niet vlak. Na het dorpje volgt opnieuw een aantal kilometers afdaling tot we bij een afslag naar Oz komen.
Oz Station
We kenden deze weg niet, maar hadden het afslagje per toeval in een hoogteprofiel zien staan. De afslag is heel welkom, nu kunnen we de eerste 1,5 kilometer van de klim naar Oz overslaan. Wel zo prettig, want de hoogtemeters beginnen te tellen. Het achteraf weggetje is heel rustig, net als de klim naar Oz.
We komen op de klim met nog 6,5 kilometer te gaan. Er volgt gelijk een strook van 9%. Dat gaat moeizaam na alle hoogtemeters die we al gehad hebben. Links van de weg staat een bankje met uitzicht op het meer. Het nodigt uit om hier gewoon te gaan zitten… Ik fiets door, deze laatste klim hoort toch echt bij het rondje, ook al gaat het moeizaam. Het lukt dan ook om boven te komen in het verder uitgestorven skidorp. Wat rest is een mooie afdaling terug naar ons vakantiehuisje, terugkijken op een mooie tocht met zo’n 2700 hoogtemeters en lekker eten bij Auberge Douce Montagne. Dat hebben we wel verdiend!
Lac Lauvitel
Fietsen is wat we het liefst doen, maar van tijd tot tijd maken we ook graag een mooie wandeling. Dit keer is Lac Lauvitel de bestemming. Met de auto rijden we naar La Danchère over een weg die bijna te smal lijkt voor een auto en vanaf daar lopen we naar het meer. We lopen een soort rondje: aan de ene kant naar boven en langs een andere zijde weer naar beneden. Het blijkt een pittige klim. Strava geeft nadien aan dat we in 2,4 kilometer ruim 400 meter omhoog gegaan zijn, oftewel een stijgingspercentage van ruim 20%. Het meer is echt prachtig en onwijs blauw. Er zijn nauwelijks mensen en het is heel rustig. Er staat één tentje naast het water, we proberen ons voor te stellen hoe het is om hier te overnachten…
Nog meer cols
De laatste dag van de onze vakantie is helaas aangebroken, maar we gaan nog wel een hele mooie tocht maken. We rijden met de auto naar Séchilliene om te voorkomen dat we langs de drukke weg moeten fietsen. Dit dorpje ligt aan de voet van de Col de la Morte, onze eerste klim. 13 kilometer klimmen, een gemiddelde stijging van zo’n 7%, vrij regelmatig en lekker in de schaduw, dat is een mooie klim. Na 4 kilometer ligt er grind op de weg. Er staan ook motoren stil na een haarspeldbocht, zou er iemand gevallen zijn? Het is een beetje irritant, maar al slingerend lukt het om stukken zonder grind te vinden. Het gedeelte met grind duurt misschien wel 3 of 4 kilometer. Daarna is het laatste stuk weer goed te doen. Soms hebben we wat uitzicht en zitten we al behoorlijk hoog.
Lac du Poursollet
Met nog 1 kilometer te gaan komen we in Alpe du Grand Serre. Hier kunnen we afslaan naar het Lac du Poursollet, zo’n 9 kilometer verderop. Het stijgt eerst nog flink en later zijn er twee korte afdalingen, maar wat ons vooral bij zal blijven is de hoeveelheid grind. In grote hopen ligt het op de weg en er is nauwelijks omheen te fietsen. Daarnaast is er nauwelijks uitzicht en valt het meer een beetje tegen. Met de fiets kan je tot een drukke parkeerplaats komen en als je te voet nog wat verder gaat, kom je bij het Lac du Poursollet, maar dat haalt het niet bij het Lac Lauvitel dat we eerder gezien hebben. We dalen daarom snel weer af en dat is met al dat grind niet zo’n pretje.
Afdalen
In Alpe du Grand Serre slaan we linksaf naar de top van de Col de la Morte. Dat is vanaf de afslag nog maar een kilometer die vrijwel vlak is. Gelukkig is het vanaf hier gedaan met het grind op de weg. Er volgen een aantal kilometers waarin we lekker afdalen. Het is heel rustig, de weg is goed en het landschap erg mooi. De bergen om ons heel lijken wel wat minder hoog en minder rotsachtig dan in de vallei bij Allemond. Ondertussen is het erg warm geworden. Het is heel zonnig en er is geen wolkje aan de lucht.
De laatste beklimmingen
Ineens staan we aan de voet van de Col de Malissol. Slechts 3 of 4 kilometer met ongeveer 200 hoogtemeters. Op zich niet zo moeilijk, maar de klim ligt vol in de zon en de vermoeidheid van 3 weken fietsen in de bergen wordt duidelijk. Daarna volgt een behoorlijk steile afdaling tot Nantes-en-Rattier en vanaf daar fietsen we door naar Fugières. Hier fietst Pim nog naar skistation Saint-Honoré 1500. Deze klim is 6,5 kilometer lang, heel rustig en heeft lelijke hotels op de top waarvan er één behoorlijk in verval is. Ik vind het met deze warmte mooi geweest en besluit in de schaduw te wachten tot Pim terug is.
Het is nu nog zo’n 20 kilometer tot Séchilliene en dat zijn geen moeilijke kilometers meer. We rijden over een fietsroute naar Laffrey. Het is hier bijzonder rustig en we komen langs een groot meer. Dan volgt de laatste afdaling van Laffrey terug naar de auto. Deze afdaling komt ons bekend voor: dit blijkt de afdaling te zijn die we jaren geleden tijdens een rondje over de Ornon gedaan hebben. En ik dacht nog wel dat dat toen de Col de la Morte was… Het is een hele mooie afdaling: rustig, veel korte bochtjes, een vrij smalle weg en heel veel bos. Deze klim komt op mijn wensenlijst voor als we weer eens terug zijn. Voor nu sluit deze afdaling een hele mooie fietsvakantie af.
Gerelateerde artikelen
Dit bericht werd geplaatst in de categorie racefiets door Leonie Derendorp.
Reacties
Plaats een reactie